De ontslagbrief

De ontslagbrief, een kort verhaal, fictie

Twee maanden geleden

Zonder om te kijken weet ik dat Pieter van achter het raam naar me staat te kijken. 
Hij observeert graag, daar staat hij om bekend. Met een onderzoekende blik kijkt hij naar de wereld om zich heen. Het gaat te ver om te zeggen dat ik zijn ogen voel branden in mijn rug. Zo is het niet. Ik ken hem en weet gewoon dat hij daar staat. kijkend naar mijn aftocht. Het doet verrot zeer en ik vraag me af wat er op dit moment door hém heengaat maar ik ga niet omkijken. Ik ben stom geweest, te loyaal, te goed van vertrouwen, naïef zelfs, maar ik heb wel mijn trots.

Toegang ontzegt

Vrijdag kon ik ineens niet meer inloggen in het project waar we samen aan werkten. Ik had voor de zekerheid mijn email nog maar eens gecheckt, hoewel mijn gevoel al aangaf dat dit dan toch echt het einde van onze samenwerking was. Maar je kunt het nooit weten, misschien had ik de email met het gewijzigde wachtwoord over het hoofd gezien.

Ik gaf het nog een dag, misschien kwam de email nog. Zondag had ik nog altijd niets ontvangen dus stuurde ik Pieter zelf maar een email; ‘Hé hoe is het? Het lukt niet meer om in te loggen, werken we nog samen of niet?’
Na zijn reactie, kortgeleden, op mijn brief probeer ik ons contact tegenwoordig zo minimaal mogelijk en vooral luchtig te houden.

Hij heeft het bericht gelezen maar geen antwoord gegeven. De zoveelste keer al. Een simpel ja of nee is blijkbaar te veel moeite en dat na al die jaren die we samen hebben gewerkt, alsof het niets te betekenen heeft gehad.

Vanmorgen ben ik, zoals gebruikelijk toch gewoon naar de zaak gegaan. Zolang ik geen antwoord heb ontvangen, ben ik nog gewoon in dienst lijkt me. Het blijkt een naïeve gedachte, hopen tegen beter weten in. Ik denk omdat ik het gewoon niet kan begrijpen en nog minder kan geloven dat dit echt het einde is en dan ook nog op deze onbeschofte manier. Zoals elke werkdag tik ik dus mijn toegangscode in bij het kastje aan de deur. 
‘Toegang geweigerd’. Ik schiet in de lach, van ongeloof, van spanning? Moeilijk te zeggen. Ik ga niet eens meer de moeite nemen om dan maar aan te bellen, ik weet genoeg. Ik kan er alleen met mijn hoofd niet bij. Hoe heb ik me zó in hem kunnen vergissen.
Ik stap op mijn fiets en rijd weg, de ogen van Pieter volgen me, stiekem van achter het raam, de lafaard!

Heden

Na een nat en koud voorjaar is de zomer dan toch echt aangebroken. Samen met Ben, mijn beste vriend, zit ik op een terras, een koel glas witte wijn voor mij, een koud pilsje voor hem en een uitgebreide borrelplank voor ons samen. Door zijn werkzaamheden in het buitenland hebben we elkaar lange tijd niet gezien. 

‘Hoe gaat het met je?’
‘Goed, heel goed zelfs.’ Ik hef mijn glas op om met hem te proosten.
‘Je ziet er goed uit. Niet dat je er eerder niet goed uit zag, maar je hebt iets over je. Rust, tevredenheid, ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven. Een gloed, je straalt iets uit dat ik lange tijd niet bij je heb gezien.’
‘Dat zou zomaar kunnen Ben, ik ben oké, meer oké dan ik in jaren ben geweest. Ik was te ver bij mijzelf afgedwaald maar ik ben terug bij mijn basis en dat voelt ontzettend goed moet ik zeggen. Dat wil overigens niet zeggen dat ik nog dezelfde persoon ben. Ik ben gegroeid, niet meer onzeker, ik ben mentaal een stuk sterker geworden. Ik ben mezelf maar dan wel een verbeterde versie.’

We pakken de draad weer op

‘Heb je nog wat van Pieter gehoord?’ 

De vraag komt voor mij wat onverwacht. Ik ben inmiddels niet meer zo met Pieter bezig. Maar het was wel het onderwerp van het laatste gesprek tussen Ben en mij.

‘Nee, en dat kan ook niet want ik heb hem geblokkeerd.’
‘Weet je dan nog steeds niet wat er nu eigenlijk aan de hand was?’
‘Niet van hem in elk geval maar ik heb er wel een idee over.’
‘Vertel, want ik begrijp er echt helemaal niets van, jullie hebben zo lang samengewerkt. Iedereen dacht dat jullie een onafscheidelijk team waren.’
‘Ja dat dacht ik ook, negen jaar is tenslotte niet niks.’ 
‘Jullie waren juist zo hecht, daar was ik soms best jaloers op.’
‘We waren zeker heel hecht en deelden zoveel met elkaar. Niet alleen vanwege het project maar ook hele persoonlijke dingen. Onze zielenroerselen zeg maar. Dan verwacht je niet dat je op zo’n manier aan de kant wordt geschoven.’

Het begin

‘Hoe is jullie samenwerking eigenlijk ontstaan. Je had al een goede carrière, dus nodig had je het tenslotte niet.’
‘Dat klopt maar die samenwerking is als vanzelf ontstaan, of het al die tijd al zo had moeten zijn. Je weet toch dat we elkaar hebben leren kennen in een online beroepsgroep?’
‘Ja dat kan ik me nog wel herinneren, jullie hadden vrijwel meteen een klik.’

‘Klopt en toen we elkaar na enige tijd in levende lijve tegenkwamen, bleek die klik er ook in het echte leven te zijn. We dachten over veel dingen hetzelfde, begrepen elkaars humor en hadden aan weinig woorden genoeg om elkaar te snappen. Dat we gingen samenwerken verliep zo natuurlijk dat ik niet eens kan zeggen wie de eerste aanzet heeft gegeven.’
‘Ik dacht dat het initiatief van hem was uitgegaan, hij leek tenminste al vanaf het eerste begin de leiding te hebben.’
‘Vanaf het begin was hij inderdaad de dominante partij. Ik kwam uit een beroerde periode en was daardoor niet zo zeker meer van mijzelf. Twijfelde aan alles en ook aan mijn carrière. Wat dat betreft kwam de samenwerking met Pieter op het juiste moment’

Ik nip van mijn wijn en zet toch maar mijn zonnebril op. De zon laat zich vandaag van haar beste kant zien.

‘Dat zal het wel zijn geweest want er zijn genoeg anderen geweest die je probeerden te strikken voor een samenwerking en die heb je altijd afgewimpeld.’

Ik schiet in de lach, Ben is namelijk één van die mensen die graag met mij had samengewerkt. Ik hield altijd de boot af met de opmerking dat ik privé en zakelijk niet wilde vermengen met elkaar en dat ik dik tevreden was met mijn eigen carrière.

Charmeur

‘Kijk Ben, Pieter is een charmante man en er waren heel wat anderen die maar wat graag met hem wilden samenwerken.  Ik was daarom enorm gevleid dat hij juist voor mij koos. Wat ik al zei, ik zat destijds niet goed in mijn vel en zijn belangstelling in mij als partner voor zo’n gaaf project was een enorme opsteker. 

Mijn onzekerheid over mijn eigen kunnen wist hij telkens weer met een paar woorden ongedaan te maken. Door hem steeg ik boven mezelf uit. Hij reikte me de hand om stapje voor stapje uit mijn comfortzone te komen en prees elke vordering die ik op dat gebied maakte. Ik was en ben hem daar nog altijd dankbaar voor Ben, zelfs nu, na de pijn van hoe hij mij uiteindelijk aan de kant geschoven heeft. Hij heeft veel voor mij betekend en die kant van Pieter is me heel erg dierbaar. Door hem durf ik echt veel meer dan destijds en ben ik een heel stuk zelfverzekerder.’

Rotzak

Ben moet even een stuk worst wegwerken voor hij antwoord kan geven.

‘Maar wie zegt dat je dat zonder hem ook niet bereikt zou hebben?’
‘Tja dat zullen we wel nooit te weten komen denk ik.’
‘Wat een rotzak is het toch. Je hebt je hele ziel en zaligheid in dat project gestopt. Als dát nog niet genoeg is wat had hij dan verwacht? Echt die vent is geen knip voor de neus waard.’

‘Zo kijk ik echt niet naar hem, hij is tenslotte heel belangrijk voor me geweest en ik zal altijd een speciaal plekje voor hem in mijn hart houden. In het begin van onze samenwerking was het echt heel fijn maar inmiddels kijk ik wel anders op het grootste deel onze samenwerking terug. Zie ik duidelijk dat niet alleen ik maar ook hij een onzekere partij was. Hij werkte zich via mijn onzekerheid op naar de hoogte waarop ik hem plaatste. Ik groeide en zette hem op een voetstuk.’
‘Doet niets af aan het feit dat hij je echt schandalig heeft behandeld, echt ik kan hem wel wat aandoen.’

Kwaadspreken

Ik zwijg en neem een blokje kaas van de plank. Het kauwen en slikken geeft me even de gelegenheid om over mijn verdere verhaal na te denken. Eigenlijk wil ik geen kwaadspreken over iemand die er niet bij is om zijn kant van het verhaal te vertellen. 
Dat is namelijk wat ik Pieter zo kwalijk neem, dat er geen gesprek meer is geweest. Dat ik geen kans heb gekregen om, als ik al wat fout zou hebben gedaan, het goed te maken of op zijn minst iets uit te leggen. Dat hij me tot op de dag van vandaag zo in het ongewisse heeft gelaten is wat ik maar slecht kan accepteren. 

Ik heb daar behoorlijk last van gehad. Hartzeer maar ook fysieke pijn gevoeld.
Sinds kort zie ik het pas helder, kan ik er met andere ogen op terugkijken.
Ik wil absoluut niet kwaad over hem spreken, maar om eindelijk eens mijn kant van het verhaal te kunnen vertellen is wel fijn. Bij Ben durf ik dat wel aan. Die heeft mijn vertrouwen nog nooit geschonden. Want ondanks dat mijn vertrouwen door Pieter op een ernstige manier is beschaamd, weiger ik hem de macht te geven om mij op een negatieve manier te veranderen.

In goed vertrouwen

‘Ben wat ik je nu ga vertellen blijft tussen ons tweeën oké?’
‘Uiteraard, ik zwijg als het graf, dat weet je best.’
‘Ik had al langer, veel langer het gevoel dat het niet goed zat tussen Pieter en mij en ik heb hem daar dan ook meermaals naar gevraagd. Keer op keer heeft hij dat ontkent, hij had veel aan zijn hoofd, hij had het druk, had gedoe bij andere projecten. Excuses, waar ik eerlijk gezegd toen ook al aan twijfelde maar ik wilde hem het voordeel van de twijfel geven. Kon niet aan mezelf toegeven dat hij me maar wat op de mouw speldde.’

‘Natuurlijk speldde hij je wat op de mouw, niemand heeft het zó druk dat je niet even antwoord kunt geven op een berichtje. Ik bedoel, het was tenslotte het project van jullie samen.’
‘Dat is zo en bovendien zag ik dat hij voor zijn andere  projecten wel gewoon tijd had, dus het sloeg echt nergens op. Ik zag het en het deed me pijn, waarom was hij niet gewoon eerlijk? Na alles wat we met elkaar gedeeld en beleefd hadden, was dat toch niet teveel gevraagd? Blijkbaar kon of wilde hij het niet vertellen, daarom nam ik het voortouw. Meerdere keren heb ik hem laten weten dat als hij er geen zin meer in had en liever zonder mij verder wilde, dat hij het gewoon moest zeggen.’

Gaslighting

‘Hoe reageerde hij daarop?’
‘Hij liet dan steeds weer weten dat hij dat helemaal niet wilde, dat ik me van alles in het hoofd haalde. Ik moest er niet zoveel achter zoeken, hij kon nu eenmaal niet anders en ik nam zomaar dingen aan die niet klopten.’
‘Knap staaltje gaslighting* lijkt me.’
‘Ja, maar ook dat heb ik achteraf pas doorgekregen. Op dat moment nam ik het juist mezelf kwalijk dat ik zo aan het doordrammen was, te veel in mijn hoofd zat. We hebben het hier wel over Pieter, mijn maatje, mijn steun en toeverlaat.’
‘Maar hij speelde wel in op jouw onzekerheid. Je eerst omhoog helpen en je daarna weer naar beneden halen, Dat klinkt als een narcist, hij heeft je behoorlijk gemanipuleerd’

‘Ik ben geen psychiater en ik vind dat die termen te makkelijk gebruikt worden, daar wil ik echt vanaf blijven. Bovendien ben ik niet gemanipuleerd door Pieter. Hij heeft gebruik gemaakt van de ruimte die ik hem gaf. Ik ben een volwassen vrouw, een intelligente vrouw en ik ben me er heel bewust van dat ik zelf heb toegestaan dat mijn grenzen opgerekt werden. Ik heb zelf keuzes gemaakt waarvan ik wist dat die niet bij me paste maar ik wilde zo graag achter mijn opgetrokken muur vandaan, zo graag mijn comfortzone verlaten en ontdekken wat er daarbuiten te beleven viel. Dat Pieter daar gebruik van maakte is wat anders dan misbruik. En ja hij wist dat ik kwetsbaar was en ja daar had hij misschien meer rekening mee moeten houden maar daar heb ik wel zelf een bepalende rol in gespeeld.

Schaamte

‘Dat snap ik maar ik krijg hier echt de kriebels van, waarom heb je me dit niet eerder verteld?’
‘Ik schaamde me en eigenlijk schaam ik me nog steeds, want ik heb het allemaal zelf laten gebeuren. Er waren genoeg rode vlaggen en die heb ik willens en wetens genegeerd. Ik wilde maar wat graag geloven dat hij de persoon was die ik in hem zag. Nu pas zie ik hoe scheef de verhoudingen tussen ons waren. Ik moest blijkbaar eerst helemaal loskomen van hem om weer helder te kunnen zien en weer op mijn eigen kracht te kunnen vertrouwen.’

De ober komt vragen of alles naar wens is en we bestellen nog wat te drinken. We zijn nog lang niet uitgepraat. Het moeilijkste stuk komt nog.

De ontslagbrief

‘Wist je trouwens dat ik eerst zelf mijn ontslag heb ingediend?’
‘Nee joh! Hoe is dat gegaan dan?’
‘Ik heb hem een ouderwetse ontslagbrief geschreven. Uitgelegd dat ik me al lange tijd niet gezien en gewaardeerd voelde. Dat als hij het zo druk had, dat communicatie niet meer mogelijk was, onze samenwerking weinig zin meer had. Ik heb hem bedankt voor de samenwerking en alles wat hij voor me gedaan heeft en wat ik van hem geleerd heb. Aangegeven dat ik er liever zelf een punt achter zette en het op een nette manier wilde afsluiten. Dat liever dan dat ik uiteindelijk gefrustreerd raakte en met een rotgevoel zou vertrekken.’

‘Hoe reageerde hij daarop?’
‘Hij schrok, wilde niet dat ik ontslag nam, zei dat het hem speet maar dat hij het echt heel druk had. Er was heel veel gezeik bij een ander project en dat moest hij eerst oplossen. Op het moment kon hij gewoon niet anders maar hij wilde me zeker niet kwijt. Benadrukte nogmaals dat ik echt heel belangrijk voor hem was. Kortom hij wilde mijn ontslag niet aannemen en beloofde dat het beter zou worden, ik moest hem wat tijd geven. En eerlijk is eerlijk Ben, ik voelde me opgelucht. Ik had die brief met een enorme knoop in mijn maag geschreven en verstuurd. Dat hij zo duidelijk aangaf dat hij me niet kwijt wilde was precies de bevestiging waar ik op hoopte.’

de ontslagbrief, foto ter illustratie
foto via CanvaPro

Ontslagbrief niet geaccepteerd

Het gezicht van Ben spreekt boekdelen.
‘Ik begrijp er nu nog minder van. Waarom heeft hij je dan alsnog zo laten vallen? Hij had toch gewoon je ontslagbrief kunnen accepteren?’

De ober brengt onze drankjes en dat geeft mij even de gelegenheid mijn woorden op de juiste manier te formuleren. Het inzicht dat ik de afgelopen tijd in de situatie heb gekregen zit heel goed in mijn hoofd maar om het nu voor het eerst hardop uit te spreken is toch lastig. Ik heb het gevoel dat ik Pieter te kakken zet en dat is helemaal mijn bedoeling niet. 

‘Daar begreep ik eerst ook helemaal niets van. Hij kwam zo oprecht over. Pas nadat hij me zo abrupt heeft laten stikken ben ik het gaan begrijpen. Het is een inzicht dat ik heb gekregen door diep bij mijzelf te rade te gaan en na te denken over alles wat er is gebeurd. Ik zag de patronen en herkende de signalen achteraf pas. Ik had eerst die afstand van de situatie en van zijn persoon nodig om in te zien wat er nu werkelijk speelde. Het is niet als een verwijt of aanval bedoeld want ten eerste ben er er van overtuigd dat Pieter die dingen niet met opzet doet. Ten tweede heb ik het zelf wel allemaal toegelaten tenslotte.’

Ik slik de opkomende tranen en schaamte weg. Hoewel ik het inmiddels een plekje heb kunnen geven schuilt de pijn nog altijd onder de oppervlakte. Ik moet me even herpakken voor ik verder kan met mijn verhaal en Ben wacht geduldig af.

Onzeker

‘Naar mijn idee is Pieter eigenlijk een hele onzekere en beschadigde man en heeft ook hij een laag zelfbeeld. Hij maskeert dat door zich stoerder voor te doen dan hij is. Pieter presenteert zich heel overtuigend als een sympathieke en zelfverzekerde leider en bij mij dus ook als de wijze en bijdehante vriend. Hij nam me als het ware bij de hand en leidde de weg. Door zijn charme en bravoure liet ik me dat maar wat graag welgevallen. Door alles wat we samen deelden dacht ik echt dat alleen ík de ware Pieter kende. Hij vertrouwde me tenslotte zijn diepste zeilroerselen toe, durfde zijn kwetsbaarheid te laten zien. Vertelde me keer op keer dat hij zich bij mij zo op zijn gemak voelde en helemaal zichzelf kon zijn.’

‘Ik accepteerde hem zoals hij was. Voor mij hoefde hij niet te veranderen of zich beter voor te doen dan hij was. Hij gaf me het idee dat dit andersom ook zo was. Hij moedigde me aan, gaf complimenten, haalde me over om stapjes buiten mijn comfortzone te zetten. Omdat ik hem zo op een voetstuk zette wilde ik alles doen om hem trots op me te laten zijn. Hem op allerlei manieren laten weten en voelen hoeveel hij voor me betekende. Ik groeide en daarmee groeide zijn status ook. Ik keek zó tegen hem op en natuurlijk streelde dat zijn ego.’

Het laatste woord

‘Dat ging jarenlang goed totdat ik boven hem uit begon te groeien, af en toe zelf de leiding wilde nemen. Die verandering was te veel van het goede. Hij begon me te negeren of steken onder water te geven. Opmerkingen over dat ik zijn tijd verspilde, te veel woorden nodig had om mijn punt te maken, te veel aandacht vroeg. Waar hij me eerst ophemelde haalde hij me nu onderuit. En echt Ben ik denk serieus dat hij zich dit helemaal niet bewust is want als ik daar verdrietig van werd dan was hij er meteen weer om me gerust te stellen, dat het maar een grapje was en dat hij het zo niet bedoelde.’

‘Hij moest wel altijd het laatste woord hebben, dat was een soort gebbetje tussen ons. Dan ronden we het gesprek af en dan kwam er toch nog een reactie van hem achteraan. Als ik dan vroeg of hij weer het laatste woord moest hebben, reageerde hij met ‘Ja!’ Als ik dan weer reageerde met een opmerking dat ik dat niet ging laten gebeuren, reageerde hij weer en zo konden we best een tijdje doorgaan. Het was een spelletje dacht ik, maar achteraf was het dat helemaal niet. Het was een machtsstrijd. Ik begreep het destijds totaal niet maar nu ik het zie voor wat het eigenlijk was, zie ik ook wat ik dus “fout” gedaan heb.’

Ik pauzeer even, nip van mijn wijn. Ben zegt nog steeds niets. Pakt een olijf en drinkt zijn bier. Hij voelt feilloos aan dat ik weer even tot mezelf moet komen.

Tegen het zere been

‘Dat ik mijn ontslagbrief indiende was mijn ‘fout’ dat was tegen het zere been. Ík nam het initiatief om de samenwerking stop te zetten en dat kon hij niet laten gebeuren. Het kon niet bestaan dat ik hém verliet. Hij had ineens niet meer de regie in handen en dat moest afgestraft worden. Vrijwel direct na zijn geschrokken reactie op mijn ontslagbrief begon hij me te negeren. Ik voelde me er zó rot over, had het gevoel dat ik hem, door die brief te schrijven, het idee had gegeven dat ik hem in de steek wilde laten terwijl hij al dat gezeik had op dat andere project. Ik dacht dat hij me negeerde omdat hij boos op me was.’

‘Dat was hij natuurlijk ook, maar dat ontkende hij ten stelligste. Begon er weer over dat ik te onzeker was en te veel aan het doordenken, te veel in mijn hoofd zat en eens moest stoppen met dat veronderstellen en dingen aannemen. Weet je Ben, ik had toen, zoals zo vaak in het verleden, de schuld bij mezelf kunnen zoeken. In eerste instantie deed ik dat ook maar al snel kwam ik tot de conclusie dat de fout echt niet bij mij lag. Dat ik me dit keer niet op deze manier liet kleineren geeft aan dat ik gegroeid ben.’

Ik ben zo stom geweest

‘Hoewel ik toen nog niet doorhad hoe beschadigd ik was geraakt, was ik wel al aan het helen en dát heeft hij aangevoeld. Ik ontgroeide en ontglipte hem. Daar kon hij duidelijk niet mee omgaan. Toen ik na weer een aantal weken van radiostilte vroeg hoe het met hem ging en of hij de samenwerking nog wilde voortzetten kreeg ik weer geen antwoord. Hij heeft het gelezen en besloten mij compleet te negeren. Geen antwoord is tenslotte ook een antwoord.’

‘Een heel duidelijk antwoord zelfs. Hij moest en zou ook nu het laatste woord hebben en dat deed hij door te zwijgen. Me geen verklaring te geven en me in het ongewisse te laten. Door me te negeren en de toegang te ontzeggen kon hij me pijn doen omdat ik hém pijn had gedaan. Daden spreken luider dan woorden tenslotte. Onze relatie is alleen ter eer en glorie van zijn ego geweest. Ik had niet boven hem uit moeten stijgen. Ik had onzeker en angstig moeten blijven. Hem op dat voetstuk moeten laten staan. Ik ben zó stom geweest dat ik dat niet eerder heb willen inzien.’

Contact zoeken

Ben staart in zijn halflege glas bier voor hij eindelijk wat zegt.

‘Wat zou je doen als hij weer contact zou zoeken?’

Ik drink mijn glas wijn leeg, moet er even over nadenken.

‘Eerlijk gezegd weet ik het niet. Mijn verstand zegt niet doen. Hij heeft me zo’n pijn gedaan en ik zal voor altijd de littekens ervan bij me dragen. Waarom zou ik mezelf dat nog eens aandoen? Mijn hart is minder hard. We hebben het in het begin zo fijn gehad samen, hij is toen echt mijn reddende engel geweest. Bovendien heeft hij misschien beweegredenen waar ik nu geen weet van heb. Misschien heb ik met mijn gedrag, totaal onbewust, hem enorm gekwetst. Alleen al daarom verdient hij  een nieuwe kans.’ 

Ben drinkt ook zijn glas leeg. Hij zucht even voor hij verder gaat.

‘Die gast heeft je  intens veel pijn gedaan en toch zet je de deur nog op een kier. Jij gooit echt voor niemand voorgoed de deur dicht hè? Ik krijg de indruk dat ik bozer op hem ben dan jij.’

‘Ik ben niet boos op hem, ik ben gekwetst en teleurgesteld. Mijn pijn zit hem in hoe het is gelopen maar vooral in het gemis. Ik mis hem zo enorm, het voelt alsof er een gat geslagen is en dat gat wil ik absoluut niet vullen met wrok of zelfs haat. Dat gat wil ik vullen met de mooie herinneringen maar dat is blijkbaar nog te vroeg. Het heeft waarschijnlijk meer tijd nodig.

Voorgoed veranderd

‘Je bent veel te aardig weet je dat?’

Ondanks het opgerakelde verdriet moet ik lachen.

‘Yep, in de basis ben ik een aardig persoon, maar ik heb door schade en schande wel geleerd om grenzen te trekken.’
‘Maar ik ben toch van mening dat hij, zeker gezien jullie lange vriendschap er met je over in gesprek had moeten gaan want die klootviool heeft jouw grenzen behoorlijk overschreden en als hij je ooit nog pijn doet dan krijgt hij met mij te maken. Want wat zijn beweegredenen ook zijn geweest, jij hebt deze behandeling niet verdiend.’

Ik knik, maar ik weet ook dat Pieter ondanks alles nog altijd een speciaal plekje in mijn hart heeft. Hij was er voor me in een hele zware en moeilijke tijd en dat ben ik echt niet zomaar vergeten. We hebben zoveel persoonlijke gesprekken gevoerd, zoveel geheimen gedeeld en ook zoveel lol gehad. Ik weiger te geloven dat dat allemaal nep is geweest.

‘Ergens hoop ik nog altijd dat we ooit weer met elkaar in gesprek komen. Dat ik ooit het waarom te horen krijg. Maar of ik hem dan nog toelaat in mijn leven, daar hebben zowel mijn verstand als mijn hart ernstige twijfels over. Door de manier waarop hij me heeft behandeld is mijn beeld van hem veranderd. Ik ben bang dat het nooit meer zal worden zoals het was.’

De rekening is betaald

‘Zullen we nog wat leuks gaan doen? Hapje eten, naar de film ofzo?’

Blijkbaar ziet Ben dat het gesprek me heeft aangegrepen en dat ik best een verzetje kan gebruiken.

‘Ja lijkt me leuk, weet jij wat er voor films draaien op dit moment?’
‘Ik zal zo even Googlen maar eerst dat bier wegbrengen.’

Terwijl Ben naar de wc is wenk ik de ober.

‘Zo benne we klaar mevrouw? Ik ben ondertussen op meerdere manieren erg productief geweest, heb al gereserveerd bij een bistro en er draaien twee leuke films. Jij mag kiezen.’

‘Helemaal klaar’ zeg ik ‘en ik heb inmiddels afgerekend. Dus laten we gaan.’

Sonja

* gaslighting is een vorm van psychologische manipulatie waarbij de pleger er, al dan niet bewust, op uit is het slachtoffer (tegenstander) mentaal te ontredderen. Dit probeert de pleger te bewerkstelligen door bij het slachtoffer twijfel te zaaien aan het eigen gezond verstand.
error: Beveiligingswaarschuwing